sannevanweerd.reismee.nl

Onderweg

Weer terug in Boedapest lijk ik het Nederlandse weer met me te hebben meegenomen. Alleen dan nog net iets erger. De ambassade straat was één grote rivier, vrij logisch aangezien de ambassade bovenaan het heuveltje staat. Gevolg was wel dat mijn verkeerd gekozen zomerschoenen vol water stonden toen ik eindelijk het gebouw binnen stapte.

Op de terugweg naar huis weer hetzelfde verhaal. Voordeel van Boedapest is dat hier de bussen wél om de 5 minuten rijden in plaats van te staken, wat toch wel fijn is met die misplaatse tropische regenbuien. Nadeel is dan weer dat het hier in Boedapest ook ín de bussen regent. Tja, je kunt natuurlijk niet alles hebben.

Gelukkig is het nu weer mooi weer en meteen te heet buiten. Maar daar hou ik wel van. Zou het er van het weekend dan eindelijk van komen? Zou ik eindelijk gaan zwemmen? Het grappige is dat ik in februari met twee volle koffers hier ben aangekomen, met onder meer daarin al mijn zomerkleren en bikini's. Vervolgens hebben die bikini's drie maanden in de kast gelegen, heb ik ze weer ongebruikt terug in de koffer gestopt toen ik naar Nederland ging en heb ik ze daar weer voor het eerst gebruikt. Nog idioter is misschien wel, dat mijn mam al wél in het beroemde Szechenyi Spa Bath is geweest en ik dus nog niet. Budapest staat onder andere bekend om zijn bekende baden, dus het wordt tijd dat ik er eens één op ga zoeken.

Het zinnetje dat namelijk maar door mijn hoofd speelt is dat wat een kerkgenootje me zei 'je moet echt alles doen wat je wilt daar, want voor je het weet is het voorbij en zit je weer thuis'.

Nou ja, nou weet ik niet hoe snel ik weer thuis zit, ik zit hier in ieder geval nog drie maanden. En wat er daarna gaat gebeuren is allemaal nog mysterie. Maar juist daarom, hoog tijd om naar dat zwembad te gaan dus.

Ondertussen begin ik ook langzaamaan te begrijpen waar Milán het over had voor ik vertrok naar Nederland: afvaltijd. Langs de straten ligt het vol met groot afval. Een student zou zo zijn hele kamer bij elkaar kunnen sprokkelen. Hier zijn het echter niet de studenten, maar de 'gypsies' die met busjes langs komen rijden om nog bruikbare spullen er tussen uit te vissen. Ik wil natuurlijk niet zomaar alle vooroordelen van de Hongaren aannemen en ging er dan ook vanuit dat het vast wel mee zou vallen met Miláns verhalen over de zigeuners die vechten om het spul, die de hele dag zitten te wachten naast de berg afval om dat waar hun oog op is gevallen te bewaken, tot hun busje er is om het mee te nemen. Toch moet ik bekennen dat er een kern van waarheid in zit. Tot nu toe heb ik bij elke berg afval, ja zelfs in die stromende regen, iemand zitten zien wachten op een vergaande stoel of onder een regencape, of een karretje volgeladen zien worden.

En waarom die bergen afval daar nou liggen? Dat is me nog steeds niet helemaal duidelijk. Zover ik begrepen heb worden die aan het eind van de maand opgehaald.. en kan dat dus eens in de zoveel tijd ofzo.. dat moet ik nog maar eens navragen.

Nog even over Nederland. Wat was het raar de eerste paar dagen, om weer terug te zijn. Loop je ineens weer rond in mams huis, alsof er niks veranderd is. Kom je bij je huisgenootjes, zit er een vreemde in je eigen kamer met je eigen spulletjes, waar je dan niet in kan. Is je school opeens even je thuis, omdat je geen andere verblijfplaats heb op dat moment. Raar. En even verwarrend wat nou mijn thuis is. Je thuis dat ben je zelf, wordt er dan gezegd. Ja dat klopt. Maar wie ben je dan zelf? Goed, het waren dus twee filosofische weken met veel nadenken, maar vooral ook met veel leuke dingen doen.

Elke dag iemand opzoeken, tijd met mam doorbrengen, de stad in, veeeel fietsen met die staking, voetbal kijken, dansen, jongerendag, naar ede en de premier, zwemmen. Heerlijk, twee weken vakantie in eigen (?) land.

En dan opeens weer in Boedapest. Ook daar dan weer moeten wennen, maar snel het ritme weer oppakken. Zonder Milán dit keer, die zit voor een week in Polen. Die miste ik net op een paar uur na. Anders dan anders kon ik er deze keer goed tegen en heb ik me prima vermaakt.

Tijdens het filosoferen op weg naar de (wel rijdende) bussen, kwam ik tot de ontdekking dat ik hier vaak geconfronteerd word met een 'vakantie gevoel'. De geur van het natte gras doet me denken aan het 's ochtends opstaan uit je tentje en op slippers naar de wc lopen. De geur van zonnebrand aan het liggen zonnen op het strand. De dorpjes in de lage heuvels om Budapest heen, aan de vakanties tussen de hooivelden in Frankrijk.

Betekent dit nou dat ik hier nog steeds niet thuis ben en me dus op vakantie waan? Of juist dat ik het zo naar mijn zin heb dat het voelt als een eeuwig durende vakantie?

Ach. Wat maakt het ook uit.

Dat vakantiegevoel zal binnenkort wel ophouden, als ik hard aan mijn scriptie ga werken. Want ook dat moet gebeuren. In de zomer. De tijd van lange zomervakanties is toch echt voorbij. Lichte paniek is wel te voelen bij het denken aan het scriptie traject dat voor me ligt, maar zoals alles meestal, zal ook dat wel weer op zijn pootjes terecht komen.

Reacties

Reacties

Hildebrand

Je kunt wel overal heenvliegen en zijn, maar een ziel reist te paard, zeggen de Indianen

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!